Gijsbert VAN SCADEWYCK

Notitie bij Gijsbert Aerntsz: Word ook Gijsbert Aerntsz van Schawijk genoemd.

Bron:Scarpenzele 7[1999]nr.3 p.70 :fragm.gen.?van Geitenbeek? auteur W.H.M.Nieuwenhuis[1]

Generatie XIX.

360448 Gijsbert van Scadewijck * ca. 13301)

1. Op basis van de vermeldingen en ingeschatte geboortedata van zijn hiervoor gemelde (achter)kleinkinderen.

Het is niet uitgesloten dat deze Gijsbert dezelfde is als de "ghisebrecht van scadewiic" die kort na 1352 tezamen met zijn broer Willam van Scadewiic genoemd worden onder te Woudenberg en in Het Woud wonende leenmannen van de Heer van Abcoude. In Scarpenzele 4, blz 74 staat deze lijst afgedrukt, waarna in het bijbehorend artikel deze lijst verklaard en gedateerd wordt als zijnde kort na 1352 opgesteld, het jaar waarin Gijsbrecht van Abcoude de heerlijk- heid Woudenberg verwierf.

[RAU, archief Bischoppen, nr. 447, ongedateerd]:

"Dit siin die ghene de wonende siin buten des heren gherechte van Abcoude ende hem dienden voor de stat [ = (in de strijd tegen de stad Utrecht) voor de stad gelegerd waren]".

Opvallend is overigens het numerieke aantal van de uit Woudenberg en Het woud komende leenmannen, drie en dertig in getal2), waar Neerlangbroek 6, Overlangbroek 9, en Cothen 14 leenmannen hebben opgebracht. Het zal niet alleen met de spreiding vande Abcouder leengoederen te maken hebben gehad, maar ook een weerspiegeling en test zijn van hun bereidheid hun nieuwe heer in het zojuist verkregen gebied te dienen. De leenmannen in de oudere bezittingen waren redelijkerwijs al eerder voor heredienst opgeroepen, en konden zich dus gemakkelijker excuseren.

*** Vergelijking met het Manboek van Abcoude (1380) en het Registrum Guidonis (1301-1320) is nodig voor beter inzicht.

Kinderen:

• Aernt [=180224]

• Dirck, wiens zoon Gijsbert Scade Dircx in 1470 pachter was op de hoeve van Dirck Gijsbertsz van Langelaar op

de Wetering onder Woudenberg (zie [180416], noot 2a).

360832* Reynier van Langelaar1)

1. de naam is gebaseerd op de plausibele veronderstelling dat zijn beide zonen hun (oudste?) zoon Reinier noemden.

Deze zonen zijn:

• Jacob van Langelaar, overleden in 1471. Deze werd beleend met een rente uit Veenschoten, een leen van het huis

Scherpenseel, dat in 1471 "bij dode van sijn vader" aan zijn zoon Reyner overging.

• Gijsbert van Langelaar [180416]

360834 Jan Herman Henrickszz ! voor 1423 huwt

[koopt in 1419 het leen "gelegen tot Woudenberch op die Weteringhe" van Eliaes van Laer; lijftocht daarbij zijn vrouw1)]

1. Het (Gaasbeekse) leen wordt vanaf 1406 geadministreerd, en wordt in 1414 door Elyaes van Laer verworven2). Na het overlijden van Jan Herman Henrickszz gaat het goed over op zijn dochter Alijt [180417]:

"Een hoeve lands gelegen tot Woudenberch op die Weteringhe":

1406: (IN ARCHIEF NAGAAN)

1414: Eliaes van Laer

1416: Jan Herman Hendrikszz, lijftocht zijn vrouw Incken Goede Andrieszdr.

1422: Aleit Jan Hermanszdr. na dode van haar vader Jan Herman Hendrickszz.

zj: (maar na 1446) Aleit Jan Hermanszdr. verkoopt het leengoed aan Jan van Schaik.

1449: Willem van Schaik, na dode van zijn oom Jan van Schaik.

1450: Gijsbert van Dashorst Reynertsz na overdracht door Willem van Schaik

1456: Reijnier [Gijsbertsz] van Dashorst na dode van zijn vader Gijsbert; en draagt op aan zijn broeder Dirck van

Dashorst [alias Dirck van Langelaar] eodem die [dezelfde dag]1a).

1469: Gijsbert van Dashorst Dirxzoon na dode van zijn vader1a).

1484: Gijsbert van Dashorst Dirxzoon verkoopt de helft van het goed aan Henric Egbertsz.

1492: Gijsbert van Dashorst Dirxzoon en Henric Egbertsz verkopen elk hun helft aan Reinier Evertsz, burger van

Amersfoort.

Hij trouwde ongeveer 34 jaar oud omstreeks 1440. Het huwelijk werd aangegaan met:

129 Nn, ongeveer 34 jaar oud, geboren omstreeks 1406 in Scherpenzeel. Zij is overleden.

Kind van Gijsbert Aerntsz:

I. Aernt Gijsbertsz (Zie 64)

NEW

Comments